Zaandam
Toen ik op zekere ochtend uit
onrustige dromen ontwaakte merkte
ik tot mijn verrassing dat ik in
een gatenkaas was veranderd.
Veel verdriet deed me dat niet; gaten
bieden luchtigheid in een leven waarin
dichtheid een voorwaarde is voor
gewicht, vooral als je die dichtheid
moet afpellen voor je iets van
belang ziet. Maar dichtheid is in
extremo een gat, een zwart gat; alles
in het leven is poreus omdat er wormen
doorheen kruipen die ons voor
bezwijken behoeden. Dat ik voor
kaas koos zegt iets over mijn afkomst.
Zaandam, geloof ik, zestiende eeuw.