Gebed
Ik weet niet of ik U vaak genoeg om
vergeving heb gevraagd, of, wat
hetzelfde is, mijn schuld heb bekend.
Die schuld loopt niet duizelingwekkend
in de papieren, het is meer dat ik af en
toe een kunstje heb geflikt waarvan ik
denk: dat had ik beter niet kunnen doen.
We worden niet wijs geboren en nu de
tijd opraakt is het misschien goed om
schoon schip te maken en mijn verstand
te tellen als Dagobert Duck zijn dukaten.
Dat ik mij tot U wend is niet modern.
U ligt in de brocanterie zo te zeggen.
Maar men zegt dat U het nog goed doet
en ik wil niet te veel uitgeven. Hoor mij
daarom aan, Lieve Heer, en laat mij als
het enigszins kan nog even in leven.