Blogarchief
> 2023 | 01 | 07
> 2022 | 11 | 10
> 2022 | 10 | 20
> 2022 | 10 | 12
> 2022 | 10 | 10
> 2022 | 08 | 17
> 2022 | 08 | 10
> 2022 | 07 | 11
> 2022 | 07 | 06
> 2022 | 05 | 03
> 2022 | 04 | 01
> 2022 | 03 | 17
> 2022 | 03 | 10
> 2022 | 01 | 21
> 2022 | 01 | 20
> 2021 | 11 | 05
> 2021 | 08 | 25
> 2021 | 08 | 18
> 2021 | 08 | 06
> 2021 | 06 | 20
> 2021 | 03 | 17
> 2021 | 02 | 15
> 2021 | 01 | 27
> 2021 | 01 | 16
> 2021 | 01 | 10
> 2020 | 11 | 19
> 2020 | 08 | 27
> 2020 | 05 | 10
> 2020 | 04 | 19
> 2020 | 04 | 13
> 2020 | 03 | 23
> 2020 | 01 | 22
> 2019 | 08 | 24
> 2019 | 06 | 05
> 2019 | 03 | 24
> 2019 | 02 | 12
> 2019 | 02 | 08
> 2019 | 05 | 02
Campert, Remco
Claus, Hugo
De Coninck, Herman
Drie favoriete gedichten
Eerbiedskapitaal
Frost, Robert
Gordeldieren
Guépin, J.P.
Handke, Peter
Hermetische dichtkunst
Horror vacui
Illich, Ivan
Lasters, Ruth
Leary, Timothy
Literaire herinneringen aan Groningen
Lodeizen, Hans
Lorca, Federico García
Memento
Menkveld, Erik
Moeyaert, Bart
Moore, Marianne
Nationaal Monument
Nietzsche, Friedrich
Östlund, Ruben
Poëticale parochies
Poëzie en emoties
Poëziekritiek
Poëzieweek 2021
Recensies
Schwartz, Delmore
Spoorwegen
Stadsdichter
Turing Gedichtenwedstrijd 2018
Verhagen, Hans
Vlaamse versus Nederlandse poëzie
Von Trier, Lars
Zeeuws–Vlaanderen
Zeeuwse canon
|
Vrijheid als kunstwerk
Vanwege corona mochten we dit jaar allemaal onze stempotloodjes mee naar huis nemen. Tien miljoen potloodjes – wat gaan we met al dat schrijfgerei doen? Niet in het ronde
archief kieperen, we willen ten slotte ook niet dat onze stem in het niets verdwijnt. Maar wat doen we er dan wel mee?
Volgens het CBS zijn er op dit moment zo’n dertien miljoen kiesgerechtigden in Nederland. Ruim tachtig procent daarvan is op 17 maart komen opdagen en heeft dus een
rood schrijfstompje mee naar huis kunnen nemen. Onder die tachtig procent zit een groot contingent jeugd. Dat is opmerkelijk, omdat bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen de
jeugdige belangstelling terugliep. Wat heeft de jeugd bewogen om nu wel te komen stemmen?
Wellicht de Fortuynfactor. Er zijn nieuwe partijen opgekomen die radicaal breken met de oude vormen en gedachten. Dat jongeren zich tot die partijen aangetrokken voelen,
partijen die door anderen niet worden gepruimd, om niet te zeggen verketterd, doet aan de waarde van het nieuwe jeugdige elan niets af. Los van de hoop dat we hier met een groeifase
te maken hebben – de wijsheid komt met de jaren – behoort foute keuzes maken tot de goedheid van de democratie.
Jongeren beleven vrijheid anders dan hun ouders en grootouders. Er wordt weleens badinerend gezegd dat ze vrijheid zien als een polis van (consumenten)rechten zonder
tegenprestaties. Ja, wat wil je ook als je opgegroeid bent in vrijheid en voorspoed. Anderzijds herbergt deze vrijheidsbeleving ook een schaduwkant in zich. Onze vrijheid is het
resultaat van onvoorstelbare menselijke offers die haar allerminst tot een vrijblijvende en vanzelfsprekende zaak maken. De stokoude generatie die de oorlog meegemaakt heeft, kan
zich de ontberingen nog goed herinneren, en dat geldt ook voor het vergrijzende geboortecohort dat door diezelfde stokoude generatie bestraffend werd toegesproken in de trant van:
‘Jullie hebben de oorlog niet meegemaakt’ (want dan was het gauw afgelopen geweest met die capsones).
De kern van gedenken en herdenken is het openhouden van het luik naar het verleden, zodat iedereen weer even over de rand kan gluren en terugdeinzen in het besef van de
waarde van vrijheid en democratie.
Traditioneel herdenken we onze slachtoffers en vieren we onze vrijheid op 4 en 5 mei. Het Nationaal Monument op de Dam speelt daarin een centrale rol, de rol van heilige
schrijn. De pyloon van Jacobus Johannes Pieter Oud uit 1956 met op de gedenkwand het verheven gedicht van Adriaan Roland Holst straalt sacraliteit uit:
Nimmer, van erts tot arend, was enig schepsel vrij onder de zon,
noch de zon zelve, noch de gesternten.
Maar geest brak wet en stelde op de geslagen bres de mens.
Uit die eersteling daalden de ontelbaren.
Duchtend zijn hoge blik
deinsden hun zwermen binnen de wet terug
en werden volkeren en stonden elkander naar het leven,
onder nachtgewolkten verward treurspel, dat wereld heet.
Sindsdien werd geen mens vrij dan ontboden van boven zijn dak,
geen volk dan beheerst van boven zijn torens.
Blijve ons dat bij,
verlost als we werden uit het schrikbewind van een onderwereld.
Niet onbeheerst, doch enkel beheerst van boven de wereld
blijft vrijheid ons deel.
Ik vraag me altijd af als ik voor het Monument sta en de jongeren zie die het als ‘hangplek’ gebruiken, of ze zich bewust zijn van de betekenis van het kunstwerk.
Cognitief weten ze waarschijnlijk wel dat het een vrijheidsmonument is, maar ik durf er een lief ding om te verwedden dat de gevoelswaarde van het kunstwerk voor hen museaal is. Wie
ooit tijdens een zonovergoten vakantie een Italiaanse kathedraal is binnengelopen, weet wat ik bedoel. Maar is museale plechtigheid voldoende om jongeren te winnen voor de gedachte
dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, maar dat ze – in Nietzschiaanse termen – een kunstwerk is waaraan je moet blijven kneden en schaven? En waarin je je eigen aandeel
herkent?
Zo kwam ik op het idee om van de tien miljoen rode potloden die we dit jaar mee naar huis mochten nemen, een nieuw kunstwerk te maken. Want mochten de potloodjes al een
virus bevatten, dan toch zeker het stemvirus, de moeite die door tien miljoen mensen is gedaan om naar een hokje te komen in een flets wijkgebouw.
Als ik beeldend kunstenaar was, dan wist ik het wel: ik zamelde al die tien miljoen stempotloden in om er een nieuw nationaal kunstwerk over vrijheid en democratie mee te
maken. Het oude uit 1956 mocht zijn laatste dagen in eerbiedwaardig museum slijten, Rijks‐ of anderszins.
(17 maart 2021)
___________________________________
Ook gepubliceerd in Meander Magazine.
|